Na de inval van het Duitse leger in België in augustus 1914 vluchtten vele Belgen met familie en kinderen naar Frankrijk en Engeland en het merendeel naar het neutrale Nederland. Meer dan een miljoen Belgen trokken de noordelijke grens over naar een land dat toen nog maar zes miljoen inwoners had. Zoals bekend werd de Zuidwesthoek als dichtst bij Antwerpen liggend veilig gebied overstroomd met een vluchtelingen die in aantal de vaste bewoners van West Brabant meerdere malen overtrof. Bergen op Zoom met een eigen inwonertal van 6000 en Roosendaal van vergelijkbare grootte werden haast onder de voet gelopen Het aantal mensen in de stad vervijfvoudigde in goed twee weken. En dat was in de omliggende dorpen en platteland niet anders. In allerijl moest opvang worden geregeld: onderdak, eten, kledij, medische hulp. Dit was voor zoveel extra mensen gewoon niet in het gebied aanwezig, en moest worden aangevoerd.
Naar schatting kwamen 2 á 300.000 mensen bij Putte en Zandvliet de grens over. Via Essen kwam een nog groter aantal per trein, wagen of te voet Nederland binnen. Velen werden per trein verder het land in gevoerd, terwijl het leger werd ingezet om plaatselijk onderdak in te richten. Toen het oorlogsgeweld enigszins tot bedaren was gekomen, keerden velen terug. Meer dan honderdduizend vluchtelingen bleven tot het einde van de oorlog in Nederland, velen in speciaal gebouwde vluchtoorden.
Aan de hand van verhalen van vluchtelingen, en krantenberichten uit die tijd is een boek samengesteld dat deze moeilijke periode in beeld brengt. Tevens is hiervan een documentaire gemaakt met authentiek materiaal en interviews van (klein)kinderen van deze vluchtelingen. Ook Bergse inwoners komen aan het woord.
De documentaire wordt vertoond op 9 oktober 15.00 uur in het Markiezenhof. Toegang €3.-. Kaarten verkrijgbaar via de website (en aan de kassa)