Presentatie: Mark Buijs m.m.v. Hein Slee
Datum: woensdag 17 september 2014 van 19.30 tot ca. 22.00 uur
Locatie: Grand Café de Koffiemolen, Pels Rijckenpark 1, Breda
Het West-Brabantse landschap kent vanouds vele fraaie landgoederen en buitenplaatsen. Diverse van deze historische parels waren in het verleden eigendom van leden van de familie Cuijpers. De basis werd in 1796 in Oudenbosch gelegd met het huwelijk tussen P.J. (Petrus) Cuypers en Maria van Mattemburgh. Beide families waren toen reeds generaties lang in West-Brabant geworteld en eigenaren van huizen, bossen en landerijen.
Mattemburgh
Petrus Cuypers was vanaf 1807 burgemeester van Oudenbosch en daarna van Bergen op Zoom. Na zijn overlijden in 1844 legde zijn weduwe Maria Cuypers-van Mattemburgh de basis voor een landgoed ten zuiden van Bergen op Zoom door de bouw van een buitenhuis in een fraaie stijltuin. Haar zoon Louis voltooide na haar dood deze aanleg door vergroting van het huis en verfraaiing van het park. Het landgoed kreeg de familienaam van zijn moeder ‘Mattemburgh’.
Anneville en Wolfslaar
Ook andere telgen van het gezin Cuypers bezaten een buitenplaats. Zus Henriëtte bewoonde Lievensberg bij Bergen op Zoom waar ze eveneens huis en tuin liet verfraaien. Broer Prosper gaf ten zuiden van Ulvenhout gestalte aan de buitenplaats Anneville en zus Charlotte Storm-Cuypers gaf in 1841 ten oosten van Ulvenhout het bestaande landgoed Wolfslaar een compleet nieuwe gedaante. Voor zij Wolfslaar betrok, bewoonde ze tot 1869 het Bredase huis Montens aan de Veemarktstraat 46, thans Bisschopshuis. Genoemde huizen worden gekenmerkt door fraaie interieurs die voor een belangrijk deel nog intact zijn. Als secretaris van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Breda heeft Mark Buijs diverse monumentale huizen en buitenplaatsen onderzocht en beschreven.
Vrijmetselarij
Een bijzonder aspect van het verhaal is de link met de vrijmetselarij, een organisatie waarvan algemeen wordt aangenomen dat deze rechtstreeks is voortgekomen uit de middeleeuwse steenhouwersgilden. Eduard van Mattemburgh begon in 1794 aan de bouw van een nieuw huis in Oudenbosch waarin de symboliek van de vrijmetselarij op velerlei wijzen verwerkt werd. Juist in deze periode woonde zijn nichtje Maria van Mattemburgh bij hem en de bouw van het huis in Oudenbosch heeft de familie blijvend geïnspireerd. Na de pauze zal Hein Slee ingaan op de vrijmetselarij. Hij is voorlichter van de Loge ‘Het Vrij Geweeten’, één van de twee loges van de vrijmetselaars in Breda.