In de eerste, zeer interessante, hofzaallezing van de vijfdelige lezingencyclus 2019 werd op 12 maart aandacht besteed aan het Fort Henricus te Steenbergen en aan de verdediging van West-Brabant. Deze lezingen zijn gekoppeld aan het thema aarde. Dit is tevens het thema van de tentoonstelling “Lage Landen, schatten uit het Rijks”- , die tot juni 2019 in het Markiezenhof te Bergen op Zoom te bezichtigen is.

Prof dr Han Leune

De spreker van deze avond was Prof.dr. Han Leune. Geboren in Sint Philipsland en opgegroeid in Steenbergen. Hij heeft onderzoeken gedaan op sociaal-wetenschappelijk, militair-historisch, vestingbouwkundig, regionaal-historisch en genealogisch terrein. Vooral na zijn pensionering heeft hij zich verdiept in de vestingbouw in de regio. Deze interesse gekoppeld aan veel onderzoek levert een groot aantal publicaties op. Zij vormen een verrijking voor de geschiedenis van onze streek.
Dhr. Leune benadrukte dat hij bij deze lezing vooral de nadruk legt op de geschiedenis van Fort Henricus te Steenbergen. Wat hij over dit fort vertelde heeft is vaak ook van toepassing op andere forten in het land en in de omgeving.

Gelijke functies

Fort Henricus en de Waterschans in Bergen op Zoom kunnen gezien worden als een soort ‘Siamese tweeling’. Ze dienden beiden als bescherming van hun stad. Beide forten zijn, als een begin- en een eindpunt, onderdeel van de waterlinie van Bergen op Zoom naar Steenbergen. De forten zijn allebei kort geleden gerestaureerd. De feestelijke heropening van Fort Henricus en de Waterschans zal gevierd worden op 8 juni 2019. Dhr. Leune gaf al eerder lezingen over de Waterschans in Bergen op Zoom. Fort Henricus te Steenbergen is gebouwd in 1626-1627. Het fort werd genoemd naar de naamgever van de Graaf Hendrikpolder, Graaf Hendrik III van Nassau 1483-1538. (niet te verwarren met fort Frederik Hendrik bij Berendrecht aan de Schelde).

Einde Twaalfjarig bestand

In april 1621 kwam een einde aan het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige oorlog. Een maand eerder, in maart 1621, vergaderde de Staten Generaal in het Markiezenhof, waarschijnlijk in de hofzaal, over de vrede met Spanje. Dit ligt immers dicht bij Antwerpen, waar de vredesonderhandelingen plaatsvonden.
In 1622 begon de oorlog opnieuw. Voor Steenbergen betekende dit dat Spinola met zijn leger in de stad kwam en dat Steenbergen van juli tot oktober weer even Spaans was. De Spaanse belegering van Bergen op Zoom mislukte. Aan dat beleg danken we nog steeds het beroemde lied “Merck toch hoe sterck“. Breda werd Spaans van 1625 tot 1637, den Bosch was Spaans tot 1629. Ook Zandvliet was een sterk Spaans bolwerk. De Staats-Spaanse verhoudingen rondom de Schelde waren onrustig en bedreigend. Er kwam een hernieuwde strijd om Antwerpen en West-Brabant bleef belangrijk voor de toegang tot Zeeland en Holland. Het was een echt fortenlandschap langs de Schelde en in de streek tussen Antwerpen en Bergen op Zoom. Dit waren Spaanse forten, maar ook forten van de Noordelijke Nederlanden om Antwerpen te blokkeren. Soms gingen de forten over van Spaans naar Hollands bezit en andersom.
In 1631 werd de Spaanse vloot bij het eiland St. Philipsland door de Zeeuwse vloot in de ‘Slag op het Slaak‘ volledig vernietigd. Na die tijd nam de kracht van Spanje af.

Frederik Hendrik (1584-1647), schildering ca 1632 door Michiel Jansz. van Mierevelt

Frederik Hendrik

Frederik Hendrik (1584-1647) was de zoon van Willem van Oranje (1533-1584). Hij werd gezien als de “bouwheer” van Fort Henricus. Hij combineerde daarbij verschillende rollen. Hij was kapitein-generaal van het Staatse leger, stadhouder van de republiek en ambachtsheer van Steenbergen. Maar het belangrijkste was toch wel dat hij de bewaker was van de belangen van het huis van Oranje .Het huis van Oranje was zeer belangrijk, zij waren eigenaar van Domeingoederen en -rechten en hadden ontzettend veel grond. Frederik Hendrik kwam vooral op voor de belangen van zijn eigen familie.

Waterlinie

In 1628 kwam Frederik Hendrik met het idee om een verdedigingslinie aan te leggen tussen Bergen op Zoom en Steenbergen. Er was al eerder een waterlinie, namelijk de Linie van de Eendracht in 1619 met meerdere forten (Enkele van die forten waren Nassau, Tholen- Slikkenburg, Zeeland, Maurits, Oranje). Die twee linies kwamen samen in 1629. Fort Henricus werd het meest noordelijke fort en de Waterschans het meest zuidelijke. De waterlinies zijn een onderdeel van de (thans als zodanig betitelde) Zuiderwaterlinie en de Staats-Spaanse linie die loopt van Grave naar Sluis. Aangezien het in dit geval niet om een aaneengesloten linie gaat is dhr. Leune voorstander van een eerdere benaming: “Zuiderfrontier“.
Het Fort Henricus was van groot belang voor de verdediging van de inundatiesluis in de waterlinie tussen Bergen op Zoom en Steenbergen die in 1628 werd aangelegd. Zo nodig werden aan beide zijden van de linie polders onder water worden gezet: zout water vanuit het Volkerak tot aan fort de Roovere en ten zuiden daarvan zoet water uit een groot aantal meren en vennen dat via de Zoom werd aangevoerd). Achteraf kun je je afvragen of de waterlinie wel voldoende effectief is geweest. De waterlinie is zeven keer in werking gesteld. Bij dreiging werd dit vaak ook al uit voorzorg gedaan. Dit bracht grote schade aan de landbouw in de omgeving. Op verschillende momenten en plaatsen heeft de linie wel degelijk effect gehad, maar wel met schade voor de boerenbevolking.
In augustus 1712 zagen Franse militairen kortstondig kans om de linie te doorbreken. Vijandelijke aanvallen mislukten in 1632, 1636, 1747 en 1795.

Was de waterlinie effectief?
1628-1646 ja, maar vooral dankzij Slag Slaak 1631
1671-1678 ja
1702-1713 ja, behalve een incident in 1712. Er was een aanval met plundering door Franse bende op eiland Tholen
1743-1748 ja(Steenbergen) en nee (Bergen op Zoom)
1784- 1785 n.v.t. (linie niet belaagd)
1794-1832 nee
1830-1832 n.v.t.(linie niet belaagd)

Een kaart uit 1628 van de Waterlinie door Prof. Frans van Schooten

 

De bouw van het Fort Henricus

De belangrijkste beslissingen lagen bij de Staten-Generaal, het hoogste bestuurlijke gezag. De Raad van State was belast met de zorg van de vestingen en forten in de republiek. Verder besliste de raad over het onderhoud, de aanpassingen, benoemingen en de samenstelling van de compagnieën. De vestingen werd jaarlijks geïnspecteerd waarbij uitgebreide verslagen (“verbalen”) werden opgesteld. Aan de hand van die verbalen is het nu mogelijk om de geschiedenis van Steenbergen te reconstrueren. Leune merkt op dat er voor de historie van de vesting Bergen op Zoom in die Verbalen van de Raad van Staten nog veel onontgonnen materiaal ligt.
Fort Henricus behoorde tot de grotere Staatse forten in het zuidwesten van de Republiek. Voor de bouw van het fort werden 12 gemeten (oude oppervlaktemaat)poldergrond en ruim 47 gemeten grond uit de belendende gorzingen (buitendijks grasland) aan de noordzijde afgegraven. De vesting besloeg (inclusief de buitenomwalling) een oppervlakte van ca. 115.000 vierkante meter (11,5 hectaren).

Fort Henricus door Quirijn van Lobbrecht 1639

Het fort werd volledig nieuw opgetrokken. Hoofddoel van de bouw van het fort was om de toegang tot de stad Steenbergen vanuit de Roosendaalse en Steenbergse Vliet (die toen een open verbinding had met het Volkerak) beter te kunnen verdedigen. De bouw viel nauw samen met een versterking van de stad (waar aan de noordzijde in 1629 drie nieuwe bolwerken verrezen) en met de aanleg van een waterlinie tussen Steenbergen en Bergen op Zoom).
Het fort is ontworpen door David van Orliens (ca. 1570-1652). Bij de bouw was ook de toen in Steenbergen woonachtige vestingbouwkundig ingenieur Jacob Vleugels (1587-1654) nauw betrokken. Het werd een vesting met een binnenterrein (een “terre”), een hoofdwal (binnenwal) en vijf bolwerken.
Drie bolwerken in noordelijke richting werden gebouwd in de (buitendijkse) gorzen van de Vliet, de andere twee in de Graaf Hendrikpolder. Ze kregen de volgende namen: Nassau (naar het huis Oranje-Nassau), Hendricus (naar graaf Hendrik III van Nassau), Fredericus (naar prins Frederik Hendrik), Orange (naar het huis Oranje-Nassau) en Thienen (naar Philips van Thienen, gouverneur van Steenbergen). Op de borstweringen werden kanonnen geplaatst. De hoofdwal was beplant met bomen, veelal iepen, en de (steile) grachtzijde van de hoofdwal met doornstruiken.
Het fort werd omringd door een brede en diepe binnengracht. Het grachtwater kon door een sluisje aan de zuidoostzijde worden ververst. Een ophaalbrug aan de noordwestzijde verschafte toegang tot de vesting.
Aan de buitenzijde van de gracht lag de buitenwal ofwel contrescarp met een bedekte weg aan de binnenzijde.
Aan de noordzijde grensde de contrescarp aan de gorzen van de Vliet waardoor deze als een soort buitengracht van het fort fungeerden. De gorzen waren tot 1788 onderhevig aan eb en vloed, afgezien van het deel waarop in 1649 de Oude Vlietpolder werd bedijkt.
Aan de landzijde werd de buitengracht gevormd door een bescheiden sloot. Aan de oostzijde van het fort werd (aan de overzijde van het havenkanaal) een hoornwerk gebouwd dat via een “retranchement” (een aarden wal met drie kleine bastions) met de noordzijde van de stad Steenbergen was verbonden.
Het fort kon langs twee kanten worden benaderd. Uit het oosten was niet mogelijk. Op het hoornwerk woonden de commiezen en de roeiers van de Admiraliteit van Rotterdam, een oorlogsboot met geschut. Zij moesten de voorbijvarende schippers tot belastingbetaling dwingen. Daarom roeiden zij steeds heen en weer naar de oorlogsboot die altijd paraat lag. Op alle kaarten van Fort Henricus uit die tijd staat dat schip dan ook afgebeeld.

Onderaan ligt het oorlogsschip dat de toegang bewaakte, en waarop de commiezen de belastingen of tol hieven

Kostprijs

Er zijn helaas geen betaalrollen bewaard gebleven. Het is dus moeilijk om nu nog te achterhalen welke personen in het garnizoen van Steenbergen verbleven. Er zijn echter wel secundaire bronnen die daar goed voor gebruikt kunnen worden.
Het fort kostte ruim 105.000 gulden= 1,4 miljoen euro. Niet alleen het fort moest worden aangelegd, er was ook geld nodig voor de fortificatie van Steenbergen en voor de aanleg van de linie Steenbergen- Bergen op Zoom. Het geld hiervoor kwam uit de oorlogskas van de Republiek. Er was ook geld beschikbaar dat eigenlijk bestemd was voor de IJssel-linie.
Maar gelukkig hadden we Piet Hein nog met zijn “zilvervloot” (1628). Vermoedelijk werd hier, in de eindfase van de bouw, gebruik van gemaakt.
Tijdens de bouw waren er veel tegenslagen. Stakende arbeiders, Spaanse dreiging, natuurgeweld en problemen door eb en vloed. Men spreekt wel eens van “Steenbergen aan Zee”; de herinnering aan deze term vinden we heden ten dage terug op het aquaduct dat d A4 onder de Steenbergse Vliet door leidt..

Bebouwing van het fort

Het fort kon je zien als een kleine dorpsgemeenschap dat ook toegankelijk was voor mensen van het oorlogsschip. Aan de noordwestzijde was een brug. Er was een stenen toegangspoort, een wachttoren en een kruittoren. Er was een woning voor de kapitein, voor de sergeant-majoor en voor de officier. Verder waren er woningen voor de bakker, de herbergier en de zoetelaar. Op de wal stonden enkele secreten.
Vanaf 1662 kwamen er verschillende aanpassingen op het fort. Er werden veel slaapvertrekken afgebroken maar er kwamen ook grote barakken voor in de plaats. Er was plaats voor 200 soldaten. In 1666 kwam er een einde aan het bestaan van een vaste compagnie op het fort.
In de soldatenbarakken verbleven naderhand ook soldatengezinnen, vanaf de 18de eeuw waarschijnlijk nauwelijks meer. Militairen van het fort sloten vaak huwelijken met bruiden uit Steenbergen en verlieten het Staatse leger om zich in Steenbergen te vestigen. Zo droeg het fort bij aan veranderingen in de samenstelling van de Steenbergse burgerbevolking qua geografische, sociale, culturele en familiale herkomst.
Later werden er nog veel meer gebouwen gesloopt en vervangen. In 1805 resteerden: een soldatenbarak uit 1662, een loods uit 1768, een kruitmagazijn uit de beginperiode. Dit bleef zo tot de ontmanteling van het fort in de periode 1812-1827. Er zijn perioden geweest met meer en minder soldaten. De huisvestingscapaciteit voor soldaten in verschillende jaren was als volgt: In de periode 1629-1662 verbleven er maximaal ca.450 personen, van 1663-1767 ca. 200 personen en van 1768-1805 ca. 100 personen. De bezetting was in die 200 jaar sterk wisselend. Zo was het fort gedurende enkele jaren onbezet of woonden er maar enkele mensen. Er was ook veel overloop naar de stad Steenbergen.

Een reconstructietekening van het fort Henricicus door Ton Bos, iov Han Leune

Het leven op het fort

Het leven op het fort was erg eentonig en saai. Er viel weinig te beleven. Dit was in groot contrast met de periode vóór 1648. Toen was er nog sprake van Spaanse dreigingen. Zo nu en dan kwam er wat meer leven in de brouwerij. In opdracht van de Staten-Generaal werden er feesten voorbereid om bijvoorbeeld een overwinning van het Staatse leger te vieren of na het tekenen van een vredestraktaat. Het kerkgebouw op dit Staatse fort was bestemd voor de gereformeerde religie. De katholieken binnen het fort kregen niet de kans om hun geloof te belijden.
De kerkdiensten werden verzorgd door de predikant van Steenbergen. In de 17 eeuw werden in deze kerk ook huwelijken ingezegend en kinderen gedoopt. In de 18e eeuw werden ook rooms katholieke functionarissen benoemd.
De woonomstandigheden waren vooral voor de soldaten uiterst primitief. De soldatenbarakken waren onverwarmd. Het moet er ’s winters erbarmelijk koud zijn geweest. Turf was er alleen voor de wachtverblijven en de officieren. Pas in de loop van de 18de eeuw kon er op matrassen en onder dekens geslapen worden.
Het leven werd af en toe extra bemoeilijkt door natuurrampen die soms kort achter elkaar kwamen.
Ook het leven van de vrouwen in zo’n typische mannengemeenschap was niet eenvoudig. Voor hen was het verre van eenvoudig om hun huishoudelijke taken te vervullen vanwege de gebrekkige beschikbaarheid van faciliteiten, zoals water om te koken en te wassen. Het verzorgen van kinderen was onder die primitieve omstandigheden een lastige opgave. Het risico op besmettelijke ziekten was groot, vooral door het gebrek aan goed drinkwater.
Soms zie je op kaarten van forten dat er binnen het fort moestuinen worden aangelegd. Daarvoor moest eerst van hogerhand toestemming worden gevraagd. Voor de bewoners was het fijn was fijn dat ze zo hun eigen groenten konden kweken. De hierbij afgebeelde reconstructietekening geeft dergelijke moestuinen weer op de bastions.

Periodes in de fortgeschiedenis

In de geschiedenis van het fort kunnen de volgende periodes worden onderscheiden:
1625: Besluit tot de bouw (een eerder plan uit 1593 om een fort aan de haveningang te bouwen werd niet gerealiseerd)
1626-1628 Bouw en inrichting
1629-1648 Spaanse dreiging
1649-1665 Rustige periode
1666 Dreiging door Münsterse troepen
1672 Franse dreiging
1673-1700 Rustige periode
1701-1713 Betrokken bij Spaanse Successieoorlog
1713-1746 Rustige periode
1747-1748 Betrokken bij Oost enrijkse successieoorlog
1749-1794 Rustige periode (behalve 1785)
1795-1813 Onder Bataafse Republiek en Frankrijk
1812-1827 Geleidelijke ontmanteling
1998-nu Herleving belangstelling forten en restauratie

Het fort Henricus in 1735. Deze kaart door C van Bommel vormde het uitgangspunt voor de restauratie

De restauratie van het fort

Als je enkele jaren geleden over de dijken van De Heen naar Steenbergen wandelde passeerde je ook Fort Henricus dat toen nog verscholen lag in het begroeide landschap. .In 2002 werd besloten dat het Fort Henricus weer zichtbaar en gerestaureerd zou moeten worden. Daarmee werd in 2007 een begin gemaakt en in oktober 2018 was de restauratie een feit. Wat een verschil met vroeger! Zag je vroeger alleen maar vage contouren in het terrein, nu zie je al van verre een grote vesting verrijzen.
Dhr. Leune merkte als kenner echter op dat hij enigszins teleurgesteld is in het uiteindelijke resultaat. Hij vindt de afwijkingen van de historische gegevens te groot.Hoewel hij bij Natuurmonumenten heeft aangedrongen om kennis nemen van zijn onderzoek is daar helaas onvoldoende gebruik van gemaakt. Enkele opvallend afwijkende punten:

  • De fortgracht was 28 meter breed en is nu niet meer dan 2 tot 10 meter.
  • De diepte van de gracht was 3 meter en is nu niet meer dan 0,58 meter.
  • De helling van de wal was oorspronkelijk steiler en niet te beklimmen. Nu is hij meer glooiend.
  • De grachtzijde van de wal was tegen beklimming begroeid met doornstruiken ( het ‘middeleeuwse prikkeldraad’) maar is nu bedekt met een grasmat.
  • De toegang tot het fort was 4 meter breed en nu slechts 1,50 meter.

Toch is de Dhr. Leune positief over de toekomst van Fort Henricus. Hij ziet zeker mogelijkheden om het fort vanwege zijn culturele en recreatieve waarde aantrekkelijk te maken voor het publiek.
Meer informatie over Han Leune en over Fort Henricus in het bijzonder kunt u inzien op zijn website:
U vindt daar naast veel meer ook speciale artikelen over Fort Henricus en Waterschans

 

Vergelijkbare berichten

2 reacties

  1. Corrigeer s.v.p. dat Frederik Hendrik een oom was van Willem van Oranje. Uiteraard was hij diens zoon!
    Nu lijkt het net alsof ik tijdens mijn lezing deze fout heb gemaakt. Graag een spoedig herstel.
    Vriendelijk gegroet,
    Han Leune

    1. Geachte heer Leune, hoe kan deze fout ontstaan zijn …. Ik wéét dat F.H. de zoon van W. is. Kennelijk hebben we van achter uit de zaal alleen de oo-klank opgevangen. Afijn, dit is weer leerzaam: altijd nog even controleren wat je publiceert. Met excuses voor de mogelijke misverstanden bij de lezers.

      Met vriendelijke groet, Ad van Loon

Reacties zijn gesloten.