Deze week valt ie in de brievenbus: het juninummer van Waterschans. Van voorpagina tot en met achterkant telt het magazine zestig pagina’s. Sprankelend vormgegeven door Mirjam Drenth van Hotel Zeezicht creatief collectief.
Wat kunt u zoal verwachten?
Verhalen over vijftig jaar Stichting In den Scherminckel (SIdS), de amateurarcheologen die al een halve eeuw met hun bodemvondsten de geschiedenis van onze stad tastbaarder maken. Als rechterhanden van stadsarcheoloog Marco Vermunt, met wie ze ‘nu nog samenwonen’ in het voormalige politiebureau aan de Wassenaarstraat.
Verder een parel van een verhaal van Koert Damveld over amoureuze Bergse taferelen die tijdens het ‘belle epoque’ in Parijse theaters werden opgevoerd. De directe aanleiding daartoe: de inname van La Pucelle (de vesting Bergen op Zoom) door de Franse troepen in 1747. Dat huzarenstukje sprak ook zeer tot de verbeelding van Franse theatermakers.
Jac. Backx stort zich op de lange geschiedenis van de zorg in Bergen op Zoom, gelardeerd met een opvallende luchtfoto van ’t Sint-Catharinacomplex, gemaakt door de Bergse dronefotograaf Roy Vermeij.
Willem de Weert brengt samen met onze vaste fotograaf Corné de Weert in woord en beeld de bijna uit het ook verloren Bergse bouwwerken van de Tilburgse architect Jos. Bedaux tot leven.
Cees Vanwesenbeeck ontdekte in musea in Wenen, Madrid en Boedapest op stillevens van schilder Jan van der Heyden (jawel, de uitvinder van de brandspuit) afbeeldingen van de West-Brabantse waterlinie.
Onze voorzitter spreekt zich in zijn column luid en duidelijk uit over de verkoop van gemeentelijke monumenten.
En natuurlijk besteden we ook aandacht aan het 2,2 kilo zware en 575 pagina’s dikke herdenkingsboek voor oud-archivaris Willem van Ham, het extra jaargeschenk voor Kringleden.
Waterschans 2: voor wie het formatiegedrentel zat is, het EK-voetbal beu en de post-coronadrukte nog even wil mijden.
Geachte voorzitter, beste Kurt,
De Waterschans 2.0 is een succes.
Veel meer van 2021, zowel in lay-out als in vorm en inhoud van de artikelen.
Daarvoor is een paleisrevolutie nodig geweest, waarbij de hele redactie de laan werd uitgestuurd, zonder dat op dat moment precies duidelijk was hoe het verder moest.
Daar was lef voor nodig. En dat heb je, als eerst verantwoordelijke, getoond.
Je hebt gehandeld toen het nodig was, je hebt stevig doorgehaald en het resultaat mag er zijn.
Hulde en complimenten.
Dit gezegd zijnde moet ik bekennen dat je voorzitter column in de jongste Waterschans, die van juni 2021, mij verbaasd heeft.
Niet omdat het onjuist is wat je schrijft.
Natuurlijk zijn er genoeg voorbeelden waar particulier bezit uitstekend gewerkt heeft.
En de Ontmoetingskerk op het Bolwerk is een eminent voorbeeld.
Zoals er ook genoeg voorbeelden aan te geven zijn waar het particulier bezit niet goed heeft gewerkt, of waar overheidsbezit goed gewerkt heeft of juist niet.
Alleen dat is het punt niet waar het nu om gaat in BoZ.
Waar het wel om gaat, en dat mis ik zo enorm in je column, is, dat de bezuinigingswoede, die is losgebarsten nu de wal eindelijk, eindelijk, het schip keert, na jaren van wegkijken en mismanagement van de lokale politiek, geen enkel kader heeft anders dan : we moeten bezuinigen.
Hoe dan ook. Niets is heilig. Cultuur al helemaal niet.
De museumfunctie van het Markiezenhof staat ter discussie, de stadspromotie is al opgeheven, de met pensioen vertrokken Monumentenambtenaar wordt niet vervangen.
De Grebbe, een grote publiekstrekker, wordt niet gerepareerd.
Is Marco Vermunt zijn baan wel zeker?
De vraag is: wat willen de politici eigenlijk met deze stad?
Hoe moet die er uitzien over 20 jaar?
Waar mag je op bezuinigen en waarop niet. En waarin moet je juist investeren voor de toekomst.
Waar willen we naar toe. Waar willen we uitkomen.
Zij, de lokale politici, of het nu de Raad is of het College, ze hebben geen idee. Geen idee. En erger nog, het lijkt ze niet te interesseren.
Vooruit, vooruit, wij moeten bezuinigen als dwazen. Dat is alles. Oogkleppen op. Het verleden doen er niet toe, de toekomst nog minder. Alleen het heden is belangrijk en dat vraagt, ja eist, bezuinigen. Punt uit.
Die stip op de horizon, Kurt, dat perspectief: hoe moet Bergen er uitzien over 20 jaar. Dat is het schrijnend gemis bij de lokale politici. Erger nog, het is een schandelijk gemis.
Er zou niets mis geweest zijn met je column als je die teruggebracht had tot de helft.
Want wat er staat klopt best.
Maar je had het tweede deel van je ruimte moeten gebruiken om je te concentreren op dat gebrek aan perspectief. Op die stip.
Dat je dat, als invloedrijk voorzitter van de grote en belangrijke Geschiedkundige Kring van Stad en Ommelanden niet gedaan hebt acht ik een misser, zo niet een fout.
Hartelijke groet,
Klaas Hielkema
(reactie binnengekomen per mail)
Beste Klaas,
Dank voor je complimenten over de vernieuwde Waterschans. De redactie is weliswaar van mening dat er nog wat punten op de i gezet moeten worden, maar we merken al wel dat het blad een stuk beter gelezen wordt. Dat blijkt onder meer uit (meestal positieve) reacties van lezers. Al bijna zes jaar vul ik een column in ons huisorgaan en nu is er voor het eerst ook een publiekelijke reactie, waarvoor hulde! Anders dan je suggereert behandel ik de issues die je in je brief noemt uitgebreid en sommige zelfs bij herhaling. Al lang vóór de bezuinigingsdrift heb ik geschreven over de onhoudbaarheid van het beleid om cultuur als vrijetijdseconomie te beschouwen; over de manier waarop met het Markiezenhof wordt omgesprongen, over goede ideeën vanuit het ‘culturele veld’ die niet worden opgepikt. Voor mijn decembercolumn ‘Van jubelstad naar pauperdorp’ nam ik een enigszins gekscherende invalshoek, maar het gaf volgens mij een goede analyse van wat er misgaat in deze stad. In mijn laatste – door jou zo vermaledijde – column breek ik een lans voor het als de wiedeweerga aanstellen van een nieuwe monumentenambtenaar, voordat de gemeente kostbaar erfgoed van de hand doet. Daar gáát die column over. Omdat niemand zich er tot dan toe druk over maakte. In datzelfde nummer van de Waterschans komt het belang van de functie van de stadsarcheoloog uitgebreid aan de orde: niet alleen in het hoofdartikel, ook Henk Boot maant in zijn column de politici tot een zorgvuldige omgang met het archeologisch erfgoed. Kortom, alle zorgen en ergernissen die je uit zijn door mij, en door de redactie, recentelijk geadresseerd. Je wekt daarmee de indruk dat je mijn columns en de andere bijdragen in de Waterschans niet heel aandachtig gelezen hebt, en dan moet je oppassen met het hanteren van harde woorden, vind ik. Dat gezegd hebbende geef ik je wel gelijk als je constateert dat er lacunes zijn in de interesses van college- en raadsleden. Onze bestuurlijke elite is helaas geen culturele elite meer. In ons bestand van 1200 leden, bijna allemaal mensen die met hart, ziel, deskundigheid en daadkracht bij ‘stad en land’ betrokken zijn, schitteren zij door afwezigheid. Enkele uitzonderingen daargelaten. Hetzelfde geldt voor de top van het ambtenarenapparaat. Je schrijft dat ik als voorzitter van de Geschiedkundige Kring een halve column had moeten besteden aan hoe Bergen op Zoom er over twintig jaar uit moet zien. Gesteld dat ik tot zo’n krachtsinspanning in staat zou zijn, wie leest dat dan? In elk geval niet diegenen die jij een schandelijk gemis aan interesse en toekomstvisie toedicht, want daar valt de Waterschans niet in de bus. En die nemen evenmin Perspectief voor Bergen op Zoom ter harte, het herstelplan dat jij samen met vijf andere prominente stadgenoten hebt voorgesteld. Misschien moeten we op de komende ledenvergadering eens voorstellen alle college- en raadsleden een gratis abonnement op de Waterschans cadeau te doen. Want ‘met kennis van het verleden krijgen we meer begrip voor het heden en kunnen we met meer creativiteit bouwen aan de toekomst’, zo leert ons de nieuwe promotieslogan van de Geschiedkundige Kring.
Hartelijke groet,
Koert
(reactie door voorzitter GK Koert Damveld)