Er zijn grootse plannen met de West-Brabantse waterlinie en met het belangrijkste fort in die linie, Fort de Roovere. Aanleiding voor de stadsarcheoloog Marco Vermunt en zijn rechterhand Alexander van der Kallen onderzoek te verrichten op het binnenplein van het fort. In het jargon van de vestingbouwkundigen de ‘terre’ genaamd. Na het oogsten van de maïs groeven machines onlangs een aantal brede proefsleuven op de plaatsen waar Vermunt op grond van oude kaarten fundamenten van woonhuizen, barakken en een kruithuis vermoedde. Mogelijk ook een kerkje. Gebouwen die hier in de achttiende eeuw ten behoeve van het garnizoen waren opgericht.
Leden van de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom en belangstellenden brachten zondagochtend 26 oktober 2008 een bezoek aan de opgravingen. Marco leidde hen rond en Alexander toonde de jongste vondsten.
Boeren
‘Zonder meer teleurstellend’, zo noemde Marco Vermunt de conclusies van het onderzoek tot nu toe. Hij schoof de ‘schuld’ hiervan op de Halsterse boeren. Na het opheffen van dit verdedigingswerk en afbraak van de opstallen (1816) gingen deze de grond bewerken. Zoals nu blijkt verwijderden zij zeer grondig alle fundamenten omdat deze het ploegen bemoeilijkten en zij de bakstenen goed konden gebruiken dan wel verkopen. Jammer voor de tastbare geschiedenis van dit fort.
Toch was er voor de deelnemers aan de excursie nog verrassend veel te zien. Een glimp van de oorspronkelijke heuvel waar het fort in 1628 op is gebouwd, puinresten die de mogelijke omtrekken van gebouwen aangeven, een centraal gelegen waterput en de restanten van wellicht het kruithuis. Allemaal zaken die zo diep lagen dat de ploeg er niet bij kon en waarin de boeren niet waren geïnteresseerd.
Geschiedenis
In de loop van de tachtigjarige oorlog tegen de Spanje bleek al snel dat de vestingstad Bergen op Zoom alleen niet voldoende was om de oostflank van Zeeland en de vaarweg naar Holland te verdedigen. Toen na het 12-jarig bestand (1609-1621) de oorlog weer oplaaide oordeelden de Staten van Zeeland en die van Holland het raadzaam tussen Bergen op Zoom en het dan al gefortificeerde Steenbergen een waterlinie aan te leggen. Het van nature drassig terrein tussen beide steden werd zodanig van toevoerkanalen en sluisjes voorzien dat dit in tijd van nood gemakkelijk onder water te zetten was. Een probleem vormden drie ‘heuvels’ die boven het geïnundeerde gebied bleven uitsteken. Hier bouwde men forten: Moermont, Prinsen en De Roovere. De West-Brabantse Waterlinie was de eerste in ons land. Er zouden er nog vele volgen, tot in de twintigste eeuw.
In de periode van zijn bestaan (1628-1816) is de Waterlinie zesmaal voor een langere periode onder water gezet. Bij elkaar ongeveer vijftig jaar!
Keldertje
Marco toonde aan de hand van grondverkleuringen op de bodems van de onlangs gegraven proefsleuven het oorspronkelijke loopvlak van de heuvel en het verloop van de hellingen. Het horizontale oppervlak van het huidige binnenplein werd verkregen door de heuvel aan alle zijden op te hogen tot het niveau van de top. Grondverkleuringen en puinresten geven aan waar de bewoners van het fort een grote, nu ingestorte, waterput maakten. In een aantal sleuven zijn puinresten zichtbaar. Met enige moeite kan men daar het verloop van fundamenten in zien. Marco vertelde echter dat er te weinig sporen zijn om iets te kunnen zeggen over de omvang van de gebouwen, over de ligging ten opzichte van elkaar en in relatie tot de verdedigingswal. Puinresten in de zuidwesthoek van binnenplein geven waarschijnlijk de plaats aan waar het kruithuis lag. Een verrassing vormden de restanten van een keldertje. Hier toonde Alexander een tweetal vondsten welke hij zo juist had gedaan. Een vuursteentje uit het ontstekingsmechanisme van een musket en de roestige beschermpunt van een waarschijnlijk lederen schede voor een steekwapen. Overigens komen er in de grond uit de sleuven weinig vondsten te voorschijn. Door het ploegen werden deze naar de oppervlakte gewerkt en door de boeren opgeraapt. Schatzoekers met metaaldetectoren vonden wat aan de aandacht van de boeren was ontsnapt.
De ster van Eggers
Na het bezoek aan het opgravingsterrein maakte het gezelschap een wandeling langs de wallen en bastions van het fort zelf en naar de verdedigingswerken in het voorterrein. Marco vertelde dat er infrarood luchtopnamen zijn gemaakt waarop hoogteverschillen van tien centimeter al zichtbaar zijn. Deze foto’s laten zien dat alle grondwerken inclusief opritten voor de kanonnen en borstweringen waarachter de soldaten zich schuilhielden, nog aanwezig zijn. Grote indruk op de deelnemers maakten de ongelooflijk grote hoeveelheden zand die werden verzet bij het op hoogte brengen van het binnenterrein, het opwerpen van de wallen en bastions, en het uitgraven van de grachten. Grachten die inmiddels zijn verzand en te zijner tijd circa 1.80 meter moeten worden uitgediept. Er werd ook een bezoek gebracht aan de zogenoemde Ster van Eggers. De meest vooruit geschoven fortificatie in de vorm van een ster. Door het kappen van het struikgewas en enige bomen is deze beter zichtbaar.
Voor inlichtingen: www.geschiedkundigekringboz.nl en www.westbrabantsewaterlinie.nl