Bergen op Zoom raakte in de nacht van 31 januari 1953 in één klap vanuit een feestroes in een operationeel centrum van hulpverlening. In de vastenavendkrant van 1964 wordt hierop teruggekeken. Klik op het veldteken van 1953 om dit deel van de 1964 editie te lezen.
(Hier onder vindt u verwijzingen naar gedigitaliseerde bestanden met dezelfde tekst.)
Zaterdagavond
Op 31 maart bezocht Nilles mee de Boereploeg, ‘n 8-tal carnavalsbals. ‘t Sturmde verschrikkeluk. ‘t Was zelfs angstig.
Bij K.N.A. in de Korebeurs wier ‘t bal van d’Olland ge’ouwe. Om 1 uur wiere d’direksie en technische mense opgerope om naar de febriek te gaan, d’r dreigde dijkbreuk.
Ze wiste nog op tijd archieve en andere belangrijke pepiere in veilig’eid te brenge, mar, moeste zelf op dieje zelfde verdieping ‘t vege lijf (nog in boerekiel) in veilig’eid brenge. De dijk brak en zowel in ‘t kantoor as in de febriek kwam zo’n meter of vier woest Scheldewater te staan. Hun auto ‘s dreve as luciferdoskes de polder in. Eerst de volgende zondagmiddag konde zij mee ‘n vlet in veilig’eid worre gebracht.
De rampnacht
De realiteit was grimmiger dan het hiervoor geschetste. Dat blijkt eens temeer uit het bijgevoegde verslag van Wim Besling (De Sik) , hier als commandant Rode Kruis dat ook in de vastenavendkrant werd opgenomen.
Agge mar goed doet
Dat er geen sprake meer kon zijn van een vastenavondviering in zo’n rampgebied lag voor de hand. De Stichting Vastenavend sprong onmiddellijk met zijn organisatie in als hulptroepen en zamelde ook (geld)middelen in. De Bergse hulpactie schetst deze betrokkenheid.
Carnavalskrant
Er werd toch een carnavalskrant uitgegeven. Met een aparte kop: AGGE MAR GOED DOET 1953 met een toepasselijke randversiering van L. Weijts. De opbrengst van de advertenties kwam natuurlijk ten goede aan het Rampenfonds.
De krant bevatte de proclamatie van Prins Nilles, en een woordje van de Grootste Boer, waaruit blijkt dat hij in het rampjaar geen 11 geboden had, maar slechts 1 gebod.
(deze tekst is ook in een bijlage opgenomen)