De eerste hofzaallezing van de inmiddels 21e editie was net als vorige jaren helemaal uitverkocht. Toch bleven er stoelen leeg; waren deze kaarthouders ziek, verhinderd of gewoon vergeten? Extra spijtig voor degenen die net naast de kaartverkoop grepen.
Na een welkomstwoord door museumdirecteur Cees Meijer, die tevens wat tips gaf over activiteiten in het museum (kindercolleges over WOII, actuele en komende tentoonstellingen) gaf Joss Hopstaken (adj directeur Westbrabants Archief) een inleiding op de lezing, een korte schets over Jan IV van Glymes die overleed in Segovia, begraven in Bergen op Zoom en daarna werd veroordeeld wegens majesteitsschennis. Zijn bezittingen werden door Philips II gesequestreerd (lees: in beslag genomen) en verkocht. Joss riep ook nog ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ van Johan Huizinga in de herinnering, een hooggeprezen cultuurgeschiedenis over de late middeleeuwen, om deze periode vanuit onze eigen tijd te begrijpen. (nog steeds te koop, maar ook vrij te downloaden)
Joss riep ook nog ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ van Johan Huizinga in de herinnering, een hooggeprezen cultuurgeschiedenis over de late middeleeuwen, om deze periode vanuit onze eigen tijd te begrijpen. (nog steeds te koop, maar ook vrij te downloaden)
Dr Marion Boers wist met haar enthousiaste verteltrant daarna de zaal meteen te boeien. Duidelijk werd dat een Bourgondische maaltijd heel wat anders was dan de huidige horeca onder die naam meent te moeten offreren. Een Bourgondische maaltijd was overigens slechts één van de uitingen van de zgn Magnificentia van een edelman. Ook kleding, en vooral stoffering van zijn verblijf droeg daar in niet geringe mate aan bij.
De sequestratie of inbeslagname van de bezittingen van Jan IV van Glymes door de Spaanse koning in 1567 leidde tot (openbare) verkoop van vele stukken uit o.m. het Markiezenhof. De boedellijsten zijn bewaard gebleven, en berusten in Brussel in het archief van Margaretha van Oostenrijk-Savoy, die toenmalige landvoogdes. (zie o.m. Slootmans: Jan metten lippen). Boers wijst er op dat in de boedellijsten vele belangrijke zaken ontbreken, die zonder twijfel aanwezig moeten zijn geweest.
Naar rato van hetgeen wel vermeld is, is er nauwelijks sprake van bijvoorbeeld zilver en galswerk. Het vermoeden is dan ook dat dat eerder (lee: bijtijds) in veiligheid werd gebracht door Jacqueline de Croy, de weduwe van Jan IV. Aan de hand van een aantal schilderijen toont Boers vervolgens hoe een ontvangstruimte als de Hofzaal was uitgerust en voorzien van stoffering. Ook slaapvertrekken werden breeduit geanalyseerd, inclusief het meubilair.
Een uitvoerig verslag van de (breedvoerige) lezing kunt u met de knop hier onder opvragen.