175 jaar zorgen voor Bergen op Zoom
Historica prof. dr. Verhoeven heeft samen met religiewetenschapper prof. dr. Annelies van Heijst onderzoek gedaan naar en een boek geschreven over 175 jaar Franciscanessen in Bergen op Zoom. De zusters van deze congregatie waren werkzaam in de ziekenzorg, de ouderenzorg en het wijkwerk. Verder hadden zij wezen onder hun hoede en tot slot werkten de zusters in de missie op het eiland Java in het huidige Indonesië. Daar is deze orde nog steeds actief. De publicatie is dan ook in het Maleis vertaald.
Het onderzoek
Op uitnodiging van het bestuur van de zusters aanvaardden de beide wetenschappers in 2010 de opdracht een onderzoek te doen naar de 175-jarige geschiedenis van de congregatie en daarover te publiceren.
Aanleiding vormde het 175-jarig jubileum in 2013 en het feit dat in 2010 nog maar zestien zusters in leven waren. Het onderzoek omvatte het bestuderen van eerdere uitgaven, bijvoorbeeld ter gelegenheid van jubilea; een onderzoek in de nagenoeg ongeordende archieven; interviews met de zusters zelf en met Bergenaren. Daarvoor werd zelfs een oproep in de krant geplaatst. Bijzondere informatiebronnen waren een memoriaal (het officiële dagboek van moeder overste), een register met gegevens over bijna alle ingetreden zusters; een bijna complete reeks financiële stukken en de nodige jaargangen van de Lantaarn (een huisblad voor het verzorgingstehuis).
In 2013 is het project afgesloten en is het archief overgedragen aan Sint-Agatha in Uden, waar archieven van de Nederlandse kloosterorden worden bewaard en bestudeerd.
De tijdlijn
Omdat de zusters over meerdere perioden een verscheidenheid aan functies in de zorg uitoefenden verduidelijkte Verhoeven dit met een tijdsbalk. In de ziekenzorg zijn drie perioden te onderscheiden:
van 1838 tot 1882 in het Algemeen Burgerlijk Gasthuis aan de Geweldigerstraat. De eerste zuster, Elisabeth de Bie, solliciteerde in 1838 bij de regenten van het ABG voor de functie van binnenmoeder. Zij bracht twee medezusters mee.
van 1882 tot 1968 in het nieuwgebouwde ziekenhuis aan de Van Dedemstraat. De zusters namen toen de gebouwen aan de Geweldigerstraat over en continueerden daar de zorg voor de ouderen.
van 1968 tot 1975 in het eveneens nieuwgebouwde ziekenhuis Lievensberg aan het Boerhaveplein. In 1968 gaan nog 15 zusters mee. Gaandeweg verdwijnen die van het toneel. In het jubileumboekje van 1978 worden de zusters zelfs al niet meer vernoemd!
De zorg voor wezen besloeg de periode 1857 tot 1945. Vanaf 1885 woonden die in de Blauwehandstraat. De ouderenzorg begon in feite al 1838 in het gasthuis aan de Geweldigerstraat en werd in Huize Sint Catharina en het ABG-verpleeghuis voortgezet tot 1992 toen de laatste zuster in ’t Katrientje met ‘pensioen’ ging. In ’t Katrientje woonden vanaf 1882 gemiddeld 200 ouderen. Wijkverpleging werd vanaf 1905 tot 1952 uitgeoefend in dorpen rond Bergen op Zoom en ook in Lobith en Hontenisse.
In 1934 vertrok een groep van 8 zusters naar Java, toen nog Nederlands Indië. Deze missiezusters werkten aanvankelijk in de zorg, maar later ook in het onderwijs. Inmiddels is deze tak verzelfstandigd en nog springlevend. In 1994 besloot de congregatie de vestiging in Indonesië, die op dat moment zo’n 75 zusters telde, te verzelfstandigen. Na pauselijke goedkeuring werd dit op 14 april 1996 gerealiseerd. Aanvankelijk maakten nog enkele Nederlandse zusters deel uit van die Indonesische tak. Inmiddels zijn dezen echter overleden. Hoewel de beide takken met elkaar verbonden blijven binnen de Franciscaanse familie en de Indonesische zusters zich erfgenaam weten van de Bergense zusters, zijn ze dus formeel van elkaar gescheiden.
Wie waren de zusters?
Het eerder genoemde register biedt samen met aanvullende gegevens, verrassende informatie over de 360 zusters die in de loop van 175 jaar aan de orde waren verbonden. Zo blijkt dat het overgrote deel uit West-Brabant kwam, maar ook uit plaatsen waar wijkwerk werd verricht: Oost-Zeeuws-Vlaanderen en Lobith. De gemiddelde leeftijd van de intredende zusters was 25/26 jaar. Op het hoogtepunt in de jaren dertig waren er 180 religieuzen. In die periode was ook de toestroom het grootst. De onderzoekers hebben ook gekeken naar de uittredende zusters. De meesten vertrokken niet in de jaren zestig en zeventig, maar in de jaren veertig. Mogelijk was de leiding bij de aanname van nieuwe zusters niet kritisch genoeg geweest; misschien omdat er zoveel “handen aan bed” nodig waren.
Het kloosterleven
Na een voorbereidings- en proefperiode, het noviciaat en na de tijdelijke geloften legden de zusters de eeuwige geloften af. De geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid. De kapel vormde het middelpunt van het kloosterleven, daar vonden de dagelijkse koorgebeden plaats, werd de heilige mis gevierd en mediteerden de zusters. Het werk kwam op de tweede plaats en daarna de recreatie. Een en ander onder een strak regime. Daar kwam in de loop van de jaren vijftig (meer bewegingsvrijheid en andere kleding voorschriften) en vooral met het Tweede Vaticaans concilie verandering in.
Ontwikkelingen
Mevrouw Verhoeven schetste aan de hand van de veranderingen in de zieken- en ouderenzorg, en het wijkwerk de maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed waren op het reilen en zeilen van de Franciscanessen in de voorbije 175 jaar:
- van verzorging naar verpleging,
- van onbetaald werk naar salariëring,
- van pionieren naar institutionaliseren en fuseren
- van niet opgeleid naar professional,
- van uitsluitend zusters naar uitsluitend leken,
- van streng regime naar zelfstandigheid/individualiteit,
- van sociale bewogenheid naar zakelijkheid.
De betekenis die de orde voor de maatschappij, voor de katholieke gemeenschap, voor de Bergenaren had, werd achterhaald, uitgehold door de ontwikkelingen. De 19e eeuwse motieven verloren gaandeweg de twintigste eeuw hun betekenis. Ook de emancipatie van de vrouw speelde een grote rol. Voor vrouwen omstreeks de jaren 50 kwamen er meer en aantrekkelijker alternatieven dan huisvrouw en kloosterling.
Financiën
Dank zij de rijke bron aan financiële gegevens ontdekten de onderzoekers dat de zusters het tot 1920 financieel zeer zwaar hadden. Daarna waren de inkomsten altijd hoger dan de uitgaven. Het feit dat de zusters meer en meer betaald kregen voor hun werk en zeer zuinig leefden zal hier mede debet aan zijn geweest. Het verschil werd gebruikt voor het verbeteren van de huisvesting. Denk hier aan de nieuwbouw aan de Vismarkt in 1935. De zusters waren ook bank van lening voor het bisdom, bouwpastoors en andere orden. En natuurlijk ging er veel geld naar de missie op Java.
Betekenis
De betekenis van de Franciscanessen voor Bergen op Zoom en voor de andere plaatsen waar zij hebben gewerkt is voor de onderzoekers onmiskenbaar. In een periode dat nog weinigen zich bekommerden om zieken, wezen, ouden van dagen en armen startten zij voorzieningen, wijdden zij hun energie aan verzorging en verpleging, ging hun liefde en aandacht uit naar de medemens. En dit tot de maatschappij en leken haast als vanzelfsprekend hun het werk uit de handen namen.
Boek
Het boek dat het resultaat is van het onderzoek werd ten doop gehouden op 22 september 2013 in (uiteraard) Het Katrientje. Daarvoor waren behalve de zusters uit Bergen op Zoom een groot aantal genodigden aanwezig, zoals de bisschop van Breda, mgr Jan Liesen, de bisschop van Bogor, mgr Michael Angkur en een delegatie van de zusters die hiervoor speciaal was overgekomen uit Indonesie.
Dezelfde dag werd de kapel van het tehuis na een grondige restauratie weer officieel in gebruik genomen. De eucharistieviering werd rechtstreeks op ZuidwestTV uitgezonden, en kun u hier nog eens bekijken.
Verslag Ad van den Bulck Afbeeldingen Ad van Loon