Module 1: Bedrijvigheid en Industrie
Lessen 1 en 2: Van meekrap tot suiker
Frans van Loon
Meekrap is een oud landbouwgewas, waarvan uit de wortels een rode kleurstof wordt gewonnen. Dit gebeurt in meestoven. De meest bekende staan in Halsteren en werken onder supervisie van de Markies . Later worden teelt en productie overgenomen door boeren, begeleid door het gemeentebestuur van Halsteren. In het derde kwart van de negentiende eeuw verdringt de synthetische alizarine het natuurlijke product, wat leidt tot sluiting van de meestoven. Vervolgens komt de teelt van suikerbieten tot ontwikkeling. De Belgische industriëlen, die na het opheffen van het Continentale Stelsel met de teelt en verwerking van suikerbieten waren doorgegaan, hebben land nodig voor de teelt van hun grondstof. Zij krijgen dit eerst in Zeeland, maar later ook in West-Brabant. Wittouck vestigt in 1863 een suikerfabriek in Bergen op Zoom, gevolgd door Van der Linden aan de haven en Laane Rogier en Daverveld (LRD) bij het huidige station. Beide fabrieken is echter geen lang leven beschoren. De aanleg van de Wittoucksingel op de afgegraven vestinggronden geeft Wittouck ook mogelijkheden zijn fabriek uit te breiden. De moutsuikerfabriek gaat failliet en de behuizing wordt geschikt gemaakt voor de productie van alcohol. Uitbreidingen vinden plaats in de gebouwen van de voormalige suikerfabriek Van der Linden. Tenslotte wordt de aandacht grotendeels gericht op bio-ethanol, dat uit alle mogelijke organische materialen kan worden geproduceerd.
In de Eerste Wereldoorlog wordt de suikerfabriek Wittouck om verschillende redenen overgenomen door een Zeeuwse coöperatie en gemoderniseerd. Een vijftal jaren later bouwen zij een geheel nieuwe voorfabriek onder de naam ‘Zeeland’. Het gezuiverde dunsap wordt in de Wittouck fabriek verder bewerkt tot suiker. Overproductie in Europa en onvoldoende regulering dwingt de coöperaties tot inkrimping. Dit betekent het einde van de ‘Zeeland’. Een deel van de gebouwen wordt aangepast en krijgt als industrieel erfgoed een zinvolle herbestemming
Les 3: IJzergieterijen
Ard-Jan Bruijs
Toen onder het bewind van Koning Willem I België zich losmaakte van Nederland, ontstond al tijdens de Belgisch-Nederlandse oorlog (1830-1839) gebrek aan van alles, wat normaal gesproken uit België kwam. Een paar koopmannen in oud ijzer en vodden bemerkten dat o.a. kachels nauwelijks meer te verkrijgen waren. Zij doken in dat “gat in de markt”. Aanvankelijk maakten ze kachels van staal, maar al gauw starten ze een ijzergieterij. De vakman haalden ze uit Wallonië. Al vrij spoedig daarna startte een andere onderneming ook een ijzergieterij en in de loop van de jaren ontwikkelde zich met vallen en opstaan een bloeiende gieterijindustrie. Tussen de twee wereldoorlogen werkte ruim 40 % van de in de industrie werkzame personen in Bergen op Zoom in de gieterijindustrie. Na de tweede wereldoorlog waren er nog 10 gieterijen in Bergen op Zoom. Nu resten er nog twee non-ferro gieterijen; alle ijzergieterijen zijn verdwenen. De gieterijen Asselbergs, De Holland, R.N.R. Beckers, van Mechelen, De Schelde(v.h Geers en v.h Goossens), Gietkroes, Bruys en andere passeren in deze module de revue.