Opnieuw is een stukje van de monumentale vesting van Menno van Coehoorn hersteld. Sinds ‘mensenheugenis’ sleet dit bastion zijn dagen als walkant van het industrieterrein langs het Smitsvestje, en raakte steeds verder in verval. Bij de recente herinrichting van het gebied met woningen werd het mogelijk om ook deze muur in ere te herstellen. Het resultaat mag er zijn.
Aannemer Cauwenbergh heeft de restauratie als leerlingbouwplaats uitgevoerd. Dat bleek niet eens zo gemakkelijk; veel van de betreffende leerlingen konden tussentijds overstappen naar een reguliere baan. Precies het doel van een leerlingbouwplaats, maar nadelig voor de voortgang van het restauratieproject. Toch is het herstelde monument volgens planning opgeleverd.
Op vrijdag 4 november 2016 bleek Menno van Coehoorn himself opgestaan om het resultaat te bewonderen van het bastion wat hij in levende lijve nimmer heeft gezien. (En destijds eigenlijk niet eens in zijn ontwerp opgenomen had…) Toch toonde hij zich trots op ‘de gadellier’ zoals deze vandaag de dag weer zichtbaar is gemaakt.
Bij de restauratie zijn alle cementvoegen in de muur stukje bij beetje uitgeslepen en opnieuw gevoegd. Waar nodig zijn nieuwe stenen in de plaats van de oude of ontbrekende gekomen. Deze nieuwe stenen zijn speciaal voor dit project gebakken in eenzelfde vorm en afmeting als de oorspronkelijke. Ook zijn muurdelen met beschermde plantensoorten zorgvuldig teruggeplaatst.
Als klap op de vuurpijl is de originele naamsteen van Gadellière ook in de muur geplaatst. Deze steen is behouden gebleven omdat deze bij de ontmanteling van de vesting was verwerkt in de gebouwen van de in de eerste helft van de vorige eeuw daar verschijnende gebouwen van de Potas (of liever: suikerfabriek van der Linden; zie Bergen op Stoom p 145). Deze steen is, samen met een zelfde naamsteen van de tenaille Van Dun bij de sloop van deze gebouwen gered, en toen neergelegd op de binnenplaats van het Markiezenhof. Thans is de steen van Gadellière dus weer ‘thuis’.