Op zondag 28 oktober 2012 hield de Geschiedkundige Kring een stadsexcursie in wijk ’t Fort voor leden en belangstellenden. Dat is de derde wijk op rij die op een dergelijke wijze wordt aangedaan. Eerder waren dat het centrum en de ‘wijk’ Borgvliet. Dat dergelijke excursies in een behoefte voorzien moge blijken uit het feit dat ook nu weer een vijftigtal personen bijeenkwamen in de Lourdeskerk, waar de excursie startte.
Lourdeskerk
Jan Weyts ging in het kort in op de bouw van de kerk en de recente restauratie voor degenen die op 6 juni 2010 niet bij de mini-excursie in dit gebouw aanwezig waren. Hij vertelde dat het oorspronkelijke ontwerp van de kerk van Jan van Gils was, doch dat uiteindelijk een eenvoudiger ontwerp van architect Pierre Kuijpers werd gerealiseerd. Gebouwd in een expressionistische stijl, met duidelijke sporen van art deco. Dus geheel anders dan de eerder in neoclassisistische stijl gebouwde noodkerk aan het Lourdesplein. Voor wie er nog nooit binnen was: een prachtig monument om te bezoeken! (Voor nadere info over deze kerk: klik hier en op de aankondiging van de excursie in de Waterschans van 1 maart 2010)
(Noot scribent:de vorm van de kerk werd geïnspireerd door de benedenkerk van de kathedraal in Lourdes. Dezelfde hoge bogen zorgen voor een middenschip met vrij zicht op het priesterkoor. De centrale ring boven de koepel refereert aan de ronde daglichtkroon op deze kathedraal en de boogjes achterin het priesterkoor aan de omringende kapellen)
Tijdens de restauratie in 2010 werd roestvorming ontdekt aan de ringankers die bovenin de koepel geheel rondom lopen. Deze ankers werden hersteld waarvoor tijdelijk metselwerk aan binnen en buitenzijde werd verwijderd.
De huidige glaspanelen in de koepel vervangen de minder geslaagde ramen uit de jaren ‘60 die in de plaats kwamen van de destijds ferm beschadigde, oorspronkelijke glas-in-lood panelen. De grote glas-in-loodpanelen in de zijbeuken dateren van de jaren ’20 en zijn gemaakt door Clysen. Ze stellen voor de 1) de geboorte van Jezus en 2) Maria ten Hemelopneming. In de doopkapel is een glas in loodpaneel voorstellende doop in de Jordaan waarin een aantal stukjes een afwijkende kleur vertonen. De reden daarvan is onbekend, maar bij het opblazen van de toren in 1944 is het gebouw op die plaats zwaar is beschadigd. De leeftijd van het glaspaneel is dan ook onbekend.
Ontstaansgeschiedenis ’t Fort
De wijk ’t Fort was de eerste wijk die in het toenmalige buitengebied van de stad werd gepland. Ad van de Bulck schetste in het kort de ontstaansgeschiedenis. Het oudste deel is Oud Borgvliet, in het verleden een aparte heerlijkheid. Na 1500 koopt Van Glymes deze heerlijkheid en bouwt er het kasteel van Borgvliet. De kaarsrechte oprijlaan erheen kennen we nu nog als Borgvlietsedreef. In het gehucht oud Borgvliet stonden woningen rondom het dorpspleintje met waterpomp en langs het benedenbaantje. (zie ook afbeelding) Dit gehucht werd bereikt via een aftakking aan het eind van de Borgvlietsedreef. (direct voor café Zeezicht, nu hoek Casper Fagellaan)
Pas vanaf 1900 ontstond lintbebouwing langs de wegen die vanuit de stad (nu zonder vesting) in deze richting lopen. Op kaarten uit het begin van de 20e eeuw zie je dan ook bebouwing ontstaan langs de Antwerpsestraat, Borgvlietsedreef, en de (nu) Prins Berhardlaan.
Niet veel later wordt op diverse plaatsen sociale woningbouw neergezet. Zagen we in de excursie naar Borgvliet zo het plan Langeweg, in de wijk ‘t Fort zijn dat de Oranjebuurt, de Koning Willem II straat en Emmastraat.
Waar nu de Oranjebuurt ligt, lag tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog ter verdediging van het zuidelijk voorterrein een versterking, de Koningsredoute. De Fransen hebben hier dankbaar gebruik van gemaakt door deze omgekeerd te gebruiken als aanvalsbatterij. Deze redoute is nog goed zichtbaar op de Franse maquette die in het Markiezenhof aanwezig is. Ad van de Bulck stelde dat de naam van ’t Fort mogelijk hiervan afkomstig was. (inmiddels zijn nog andere naamsverklaringen naar voren gekomen, zoals een verwijzing naar het ‘fort’ Kijk in de Pot)
Tijdens de rondwandeling vertelde Frans de Looij (stedenbouwkundige bij gemeente BoZ) meer over de (organische) ontwikkeling van de wijk. Daarbij werd aangehaakt aan de reeds aanwezige ‘linten’ langs Antwerpsestraat en Borgvlietsedreef.
Na de invoering van de eerste woningwet in 1901 kwam de eerste sociale woningbouw tot stand. Uit 1909 dateert de inmiddels weer verdwenen bebouwing langs Julianastraat en Emmastraat die toen van Emmaplein naar Antwerpsestraat leidde. In de Lourdesstraat staan thans nog enigzins vergelijkbare woningen. Niet lang er na werd door de bouwvereniging St Jozef de Oranjebuurt aangelegd. De Koning Willem II straat dateert uit de jaren ’20, die werd aangesloten op de statig en ruime woningen langs de Antwerpsestraat.
Omdat het huidige gebied Roocklaan (het Sabeltjesbos) net als Kijk in de Pot en Plein 13 tot de Domeingronden behoorde, bleef de wijk ’t Fort aanvankelijk los van de stad liggen. Plein 13 bijvoorbeeld is pas in de jaren ’60 bebouwd. Deelnemers aan de excursie merkten op dat er tijdens de oorlog en in de jaren vijftig op Plein 13 langs de Antwerpsestraat wel een dubbele rij houten (en deels gemetselde) noodwoningen had gestaan, met zelfs een tussenliggende straat. (zie foto) Dergelijke bouwsels stonden toen ook op het Lourdesplein.
De vorm van de wijk is vooral bepaald door de reeds bestaande structuurlijnen Borgvlietsedreef en Nieuwe Dreef (thans Prinses Beatrixlaan).
De eerste ontwikkeling vond plaats rond het Lourdesplein, waar noodkerk, kerk en scholen werden gebouwd. Dit plein is dan van oorsprong ook als wijkcentrum bedoeld. Toch is het steeds een plein met woningen geweest, en natuurlijk de lagere jongenssschool (St Jozef) en de achterzijde van de kerk.
Alleen op de hoek van de Bernadettestraat was er destijds een winkeltje. Mogelijk een gevolg van de nabije winkelcluster langs de Antwerpsestraat-hoek Prins Bernhardlaan. Ook zal de naoorlogse bebouwing met noodwoningen dit streven geen goed hebben gedaan. Later merken de excursiedeelnemers op dat het eigenlijk vreemd is dat de kerk van het plein af is gekeerd. Ter plekke is daar geen verklaring voor te geven.
Het Emmaplein dat even verderop ligt, ligt eigenlijk meer centraal in de wijk, en was in het verleden dan ook het decor voor ‘Potjeskermis’ dat na Pasen, (later na Pinksteren) plaatsvond en waar vele Bergse kermisreizigers een plekje hadden. Ook op de straten aan het Lourdesplein en de parallel lopende (als plantsoen bedoelde) zandstroken langs de daar aanwezige noodwoningen waren dan attracties te vinden.
winkeltjes
Tijdens de wandeling attenderen (oud) wijkbewoners elkaar echter op plekjes waar vroeger toch winkeltjes waren. Vaak op straathoeken trouwens. Iedereen kende natuurlijk het snoepwinkeltje van ‘vrouwke Spek’ op het Lourdesplein (hoek Bernadettestraat) , groenteboer Verdult en sigarenwinkeltje van de Watering in de Borgvlietsedreef, waar tegenover de nog bestaande bakkerij (Boschman) ook nog een schoenmaker in een woonhuis gevestigd was. Ooit had die modelmakerij Hazen nog als buren. Vergeet niet Mallekoote (o, ja!) die vanuit huis ijs verkocht in de Lourdesstraat. Op de kruising Borgvlietsedreef – Prins Bernhardlaan waren gevestigd groenteboer Talboom, kruideniers Knoet en Van Loon, en zuivelwinkel van Oefelen. Op de hoek Willem II straat maakte kunstsmid Spaapen (nu Hoogerheide, derde generatie) de fraaiste, voor de meeste buurtbewoners onbetaalbare, kunstwerken. Er tegenover was destijds in de meest linkse poortwoning op het driehoekige pleintje klompenmaker Lauwers gevestigd.
Hotel de Schelde, aan de stadszijde van de Burg. de Roocklaan, dateert uit 1930 en is na het Moller Lyceum volgens Frans de Looij het mooiste voorbeeld van de bouwstijl ‘Amsterdamse School’ in de stad. Veel oorspronkelijke details zijn bewaard gebleven. Slechts op enkele plaatsen zijn de vele raamstijltjes vervallen. Het vormt een fraaie entree van de Burg. de Roocklaan, die overigens stedenbouwkundig en architectonisch ook mooi is uitgevoerd. Symmetrisch van opbouw, terwijl er toch sprake is van individuele bouw. De terugspringende gevelwand in het midden van de straat draagt bij aan het karakter van de straat. (een dergelijke ruimte was ook in de vroegere Emmastraat aanwezig)
straatnaam
Opmerkelijk is trouwens dat het pleintje vóór hotel de Schelde nooit een eigen naam heeft gekregen. Ook het driehoekige pleintje aan het andere eind bij de Prins Bernhardlaan kent een naamloos bestaan. Hier liggen na pakweg 80 jaar nog kansen voor de Geschiedkundige Kring om historisch passende namen voor te stellen.
expansie
De eerste sociale woningbouwprojecten worden als een soort lint langs de Antwerpsestraat gebouwd. We zien dat in de koning Willem II straat, rondom Emmastraat (nu verdwenen), Oranjebuurt en bij Nieuw Borgvliet in de zeeheldenbuurt.
De Oranjebuurt kent vanaf haar ontstaan rond 1920 een zeer hechte woongemeenschap. Ook nu nog wonen er meerdere generaties in dezelfde buurt. De ruime straten lenen zich zeer voor tijdsbesteding buiten. (Oud) bewoners van het Fort herinneren zich vooral dat je slechts met omzichtigheid langs (de buitenste straten) van deze buurt ging. Je was er immers een soort ‘indringer’.
Met de verdere bebouwing rond het Emmaplein en langs de Heinsiusstraat werd tussen het Lourdesplein via Emmaplein en de Van Oldenbarneveldstraat de wijkverbinding met de Oranjebuurt gemaakt. Ook werd toen de Prinsessenbuurt tussen prinses Beatrixlaan en Oranjebuurt aangelegd.
Na de oorlog werd tussen Borgvlietsedreef en Nieuwe Dreef (prinses Beatrixlaan) op toen nog onbebouwd terrein een groot aantal zgn maycrete-woningen gebouwd als snelle en goedkope ‘oplossing’ voor de grote vraag naar betaalbare woningen. Ofschoon eigenlijk bedoeld voor een periode van een jaar of tien zijn deze woningen uiteindelijk zowat 60 jaren in gebruik gebleven. (In het Bergs monumentenboek anno 1995 worden de maycretewoningen trouwens nog typerend voor hun tijd geacht en daarom dus behouden zouden moeten blijven)
Met de Maaskant flats aan de Casper Fagellaan en Augustalaan wordt eind jaren ’50 de Brabantse wal gemarkeerd. Deze wal grensde toen (nu nabij Scheldelaan) rechtstreeks aan het water van Oosterschelde, waardoor bij hoogwater zelfs afkalving voorkwam. Of het nu de gebogen vorm van de wijk is of iets anders, het lijkt er op dat de aandacht van het water af gekeerd was. Oud-bewoners van de wijk merken op dat deze afkering vooral ontstond toen het stadsriool behalve via de kaai werd geloosd op de Borgvlietse kreek, waar sedertdien ook kwalijkheden in dreven. Het toenmalige strand- en watertoerisme tot vanuit Duitsland toe liet het daarna vanzelfsprekend afweten.
Als laatste delen zijn in de jaren ’60 de rivierenbuurt en het gebied tussen van Slingelandtlaan en Paulus Buyslaan bebouwd. Met nieuwe bebouwing van Oud-Borgvliet is getracht daar een dorpssfeer terug te brengen.
De Maaskantflats langs de Van Slingelandtlaan zijn inmiddels vervangen door nieuwbouw tbv bejaardenhuis ‘de Stuyvenburg’, terwijl op de helling langs de Augustalaan in witte steen uitgvoerde bungalows zijn gebouwd. Vanwege het uiterlijk werd bouwplan dat al gauw ‘klein Jeruzalem’ gedoopt. Thans wordt het daarop aansluitende gebied de Markiezaten nog verbonden met de wijk ’t Fort.
De wijk is daarmee niet ‘af’; integendeel. De volgebouwde wijk kent relatief weinig groengebied. Het streven is nu om de steilrand over de gehele lengte tussen Stalenbrug en Kijk in de Pot als groengebied in te richten. (zie plan luchtfoto gemeente).
De rondwandeling werd afgesloten met een blik op de wijk van bovenaf vanuit de bovenste galerij op de Scheldeflat. Die plek biedt vanwege de relatief hoge ligging (zolang hij er nog staat) een fraai uitzicht over de wijk en verder over de stad. Een nog hoger uitzichtpunt vormt de toren van Lourdeskerk, maar deze is niet toegankelijk. Gelukkig zijn er tijdens de restauratie van de toren in 2010 wel enkele panoramafoto’s gemaakt, zodat eenieder de wijk en wijde omgeving vanaf de computer kan bekijken.
AvL 20121030