Een kaart van de heerlijkheid Noordgeest uit 1747 door H Adan. Ter orientatie is een aantal hedendaagse (hoofd)wegen er overheen geprojecteerd. De rode punt is het vertrekpunt van de excursie: MCD winkelcentrum.
Een kaart van de heerlijkheid Noordgeest uit 1747 door H Adan. Ter orientatie is een aantal hedendaagse (hoofd)wegen er overheen geprojecteerd. De rode punt is het vertrekpunt van de excursie: MCD winkelcentrum.

Op zondagmorgen 8 mei 2016 bood de Geschiedkundige Kring de inmiddels traditionele stadsexcursie aan. Deze excursie is niet alleen voor leden, maar ook voor andere belangstellenden toegankelijk. Wellicht heeft het mooie weer een aantal aanmelders alsnog weerhouden deel te nemen. In totaal verzamelden zich twintig belangstellenden om onder leiding van Johan Stalknecht de wijk Noordgeest met een nieuw oog te bekijken. Johan Stalknecht, voormalig directeur stadsontwikkeling van de Gemeente Bergen op Zoom, vertelde vooraf dat hij samen met Frans de Looij had gestudeerd in Delft, en door hem is ingewerkt in de geschiedenis van de stadsontwikkeling van Bergen op Zoom. Deze excursie wil hij dan ook graag beschouwen als een voortzetting van de serie excursies die door Frans werden begeleid. Zoals bekend is de veel te vroeg overleden Frans de Looij onlangs geëerd met een aan hem opgedragen Stenen Strofe. Deze is aangebracht aan het steegje tussen Steenbergsestraat en Mineurplein dat voortaan ook de Looijpoort heet.

Het enige dat nog rest van de villa Meilust; zelfs de toelichting er naast is verdwenen
Het enige dat nog rest van de villa Meilust; zelfs de toelichting er naast is verdwenen
Noordgeest

De wijk Noordgeest ligt op gebied dat oorspronkelijk het zuidelijke deel van de  heerlijkheid Noordgeest vormde, die later werd opgenomen in de gemeente Halsteren. Op de kaart van Adan is de omvang van de vroegere heerlijkheid goed te zien. Merk wel op dat de Zoom toen nog niet liep als thans, zodat er geen sprake is van Noord- en Zuidzijde Zoom. De Sandstrate (de huidige Zandstraat en ongeveer de Zoom) vormde de grens tussen Bergen op Zoom en Noordgeest.

Stadsuitbreiding

Bij de ontmanteling van de vestingwerken vanaf 1867 kwam er rondom de stad een enorm gebied voor expansie van de stad vrij. Projectleider van die ontmanteling was Ir van Gend van de Dienst der Domeinen. Deze voorzag het gebied van singels en kruisende wegen, die organisch aansloten op de wegen in de toenmalige bebouwing. De drie (!) singels liepen oorspronkelijk niet helemaal rond; zij liepen ‘dood’ aan de westzijde benoorden en bezuiden het havengebied. Het een en ander is goed te zien op deze luchtfoto.

Plantekening van de gebiedsinrichting aan de noordzijde na ontmanteling van de vesting
Plantekening van de gebiedsinrichting aan de noordzijde na ontmanteling van de vesting

De buitenste  singel eindigt tegen de Bredasestraat en herbegint NW van het stadspark als de Zuidzijde Zoom. Dit singelgebied is lang als buffergebied voor de stadsexpansie gebruikt, zowel voor bewoning als de vestiging van bedrijven, scholen en militaire gebouwen. (De Westersingel is een wat twijfelachtige ontwikkeling van de jaren ’60 van de vorige eeuw, die met de huidige inzichten waarschijnlijk niet zou zijn aangelegd.) De binnenste singel is onderbroken bij de vergroting van het winkelareaal; de St Jozefstraat sluit niet meer aan op de Kloosterstraat.
Opmerkelijk is het evenwel, dat Bergen op Zoom deze unieke infrastructuur tot nog toe ondanks voortdurende toename van het autoverkeer nimmer strategisch heeft benut.

Door het tussenvoegen van een lage uitbouw verandert het aanzien van verder vergelijkbare woningen aanzienlijk
Het tussenvoegen van een lage uitbouw verandert het aanzien van verder vergelijkbare woningen aanzienlijk

In 1915 werd door het Rijk aan alle gemeenten de verplichting opgelegd om middels uitbreidingsplannen vast te leggen waar en hoe de verwachte groei zou worden opgevangen. Bergen op Zoom heeft zo’n plan in 1915 vastgesteld. Dat plan bestreek het gebied oostelijk van de Zandstraat, omdat daar de toenmalige gemeentegrens liep. (daarom liep er tot 2014 alleen aan de (Bergse) oostzijde van deze weg een trottoir; de (Halsterse) westzijde kende qua inrichting nog het dorpskarakter, waarbij een trottoir niet gebruikelijk is/was; opmerking Ad vd Bulck tijdens de module Stadsontwikkeling) In 1935 is dit plan aangepast aan de toenmalige situatie, en na 1945 opnieuw. Een provinciaal ontwikkelplan om WestBrabant uit de crisis (van de jaren dertig) te halen, werd al tijdens de oorlogsjaren uitgewerkt.

Nieuwe bouwen
De hoekwoning aan Melanendreef-Prebendepad verbindt de beide gevelwanden op een bijzondere manier
De hoekwoning aan Melanendreef-Prebendepad verbindt de beide gevelwanden op een bijzondere manier

Dit leidde onder meer tot het ‘nieuwe bouwen’, met de kenmerken ‘licht’, ‘open’, ‘toegankelijk’ voor zowel  straten als woningen. Bestaande paden of wegen werden hierbij genegeerd; andere gemeenten hielden daar toch nadrukkelijk rekening mee.  Het verschil is goed te zien in een vergelijking van de gebombardeerde steden Rotterdam en Middelburg. De laatste heeft de vroegere wegen gehandhaafd, waardoor de herkenbaarheid van de stad bleef. Rotterdam heeft er voor gekozen een nieuw en strak stratenplan over de verdwenen wijken aan te leggen. Ook in Bergen op Zoom is deze ‘tabula rasa’ benadering te zien in de wijk Gageldonk, waar licht, ruimte en frisse lucht in de wijk aanwezig waren, maar wel een ‘saaie wijk’ opleverde en oude routes verdwenen (behalve de Oude Wouwse Baan).
In de jaren ’70 en ’80 kwam er een dramatische omslag in dit planbeleid toen er weer, net als in een verder verleden,  meer rekening werd gehouden met kleinschaligheid en aanwezige structuren. Er werd weer gebruik gemaakt van reeds bestaande wegen en paden om daaraan hofjes en doodlopende wegen te koppelen. Zo ontstonden de zogenaamde ‘bloemkoolwijken’. Soms wijzen straatnamen ook op de oude structuren terug. Ze onderscheiden zich vaak van de nieuwe, in een thema passende namen. In de wijk Meilust en Noordgeest zie je dat in bijvoorbeeld de Meilustweg, Prebendepad, Steenovenweg en Rozenstraat, die op oude kaarten al als route terug te vinden zijn. In deze wijk vind je hier en daar ook huizen en boerderijen uit de ‘tuinders’periode terug, die nu langs een van de wijkstraten staan.

De villa Meilust zoals deze oorspronkelijk was gebouwd. Dit gebouw heeft plaats gemaakt voor een moderner gebouw eind 19e eeuw. MHC SMEG006
De villa Meilust zoals deze oorspronkelijk was gebouwd. Dit gebouw heeft plaats gemaakt voor een moderner gebouw eind 19e eeuw. MHC SMEG006
Meilust

Ofschoon het dorp Noordgeest destijds aan de Halsterseweg lag (zie kaart) is het oude landgoed Meilust toch als een kern van het gebied te beschouwen waar omheen  4 wijkjes liggen die alle (parallel met de bouwperiode) verschillend van opbouw zijn met de bovenstaande benaderingen als leidraad. Het landgoed Meilust zelf is een landgoed dat eigenlijk Maylust zou kunnen heten, als verwijzing naar de stichter ervan, de Franse generaal Frederick May, naar wie thans een der omliggende straten is vernoemd. De door hem rond 1760 betrokken villa werd in 1877 gesloopt waarna in opdracht van de toenmalige eigenaar A.F. van Rijssen een nieuw pand op dezelfde plek werd gebouwd.
Ook dit gebouw is verdwenen bij de bouw van het huidige Lambertijnenhof. Voor die tijd kende dit laatste pand een rijke geschiedenis. Na vertrek van de laatste eigenaar (mevrouw Goossens van haardenfabriek ‘de Schelde’) in 1941 is het pand ingezet als huisvesting voor * bewoners van Vrederust, * Duitse militairen, * opgepakte NSB’ers, en tenslotte was het nog * marechaussee-kazerne. Meer over dit destijds bekende landgoed is te vinden in de Waterschans 1994-4, waar ook een afbeelding van beide gebouwen is te vinden. Het enige wat nog rest is het tegeltableau met de naam van het landgoed dat in de gevel van de jongste villa was aangebracht.

Variëteit met een standaard

De hierboven vermelde bouwvoorschriften onder het ‘nieuwe bouwen’ leidden tot een als efficiënt geachte bouwstandaard.  Woningen in blokjes van 8 stuks met een breedte van 5,40m en een diepte van 8m werd de standaard. Vanwege de dure infrastructuur moest elke weg vanzelfsprekend aan beide zijden worden bebouwd. Snelle bouwmethoden met betonnen vloeren en wanden bevorderden de gewenste efficiency eens temeer.
Varianten in de standaard werden gemaakt door tussenplaatsen van een garage, of een voortuin. Veel wijken in verschillende steden uit die tijd zijn door deze standaard verregaand vergelijkbaar geworden. Woningbouwverenigingen en pensioenfondsen als de grootste investeerders bouwden op beide op dergelijke wijze.

De ruimte voor een plantsoen aan de Denemarkenstraat wordt gebruikt als opslagterrein van sloopvoertuigen
De ruimte voor een plantsoen aan de Denemarkenstraat wordt gebruikt als opslagterrein van sloopvoertuigen

In de wijk Noordgeest maken de hoogteverschillen de wijk ondanks deze standaard toch bijzonder, omdat specifieke oplossingen voor hoogteverschillen moesten worden bedacht. Ook de oude aanwezige structuren werden gebruikt; het Prebendepad, nu fietsroute, is eigenlijk een oud tuinderspad. In de wijk Noordgeest is ook bouwvariëteit gemaakt door bijvoorbeeld hoekwoningen anders te maken dan de aansluitende gevelwanden. Bij de toenmalige grondprijzen waren ook groenstroken nog mogelijk; de ruime stroken rondom de Kleine Melanen zijn daar een voorbeeld van.
De zgn ‘terrein-eenheden methode’  maakt het ruimtelijk effect thans moeilijker bereikbaar; het aantal woningen per hectare wordt door deze methode nadrukkelijk gemeten. Dat het gebruik van overigens dezelfde materialen tot een geheel andere straatbeeld kan leiden, blijkt uit de vergelijking van bijvoorbeeld de straten Denemarkenstraat en Groenlandstraat, waar de eerste een extra sobere indruk wekt door de wijze waarop het aanwezige parkeerterrein door woonwagenbewoners als opslagterrein wordt gebruikt, en de laatste door een voortuin en een 2 onder 1 kap opzet een ruime en luxere indruk wekt.

De Frankrijkstraat is speels, met halverwege een trap naar het lagere niveau
De Frankrijkstraat is speels, met halverwege een trap naar het lagere niveau

Het aanwezige hoogteverschil in de wijk wordt op een verrassende wijze zichtbaar gemaakt door de overdekte houten brug over de (in de heuvel uitgegraven) Burg. Wittelaan bij het winkelcentrum Noordgeest. Het geeft een bijna on-Nederlands beeld vanaf de brug. De Duitslandstraat is weer anders van aanzien; hier is een stedelijk karakter nagestreefd door een vrij smalle doorgang voor alleen voetgangers en fietsverkeer, teerwijl met eenvoudige middelen toch een monumentale indruk wordt opgeroepen. Het tympanon-achtige element boven de voordeuren draagt hier sterk aan bij. Het Europaplein ziet er qua gevelwanden verschillend uit; toch is steeds sprake van dezelfde bouwnorm van 5,4 x 8 m. Het huidige plein met aanzienlijke hoogteverschillen zou eigenlijk een herinrichting verdienen zodat het meer wordt dan het parkeerterrein thans. Tenslotte wordt nog even de aandacht gevestigd op experimenten met nieuwe kapvormen bij de zgn M-woningen aan het Heesterpad tegen het Oscar van Hemelrijkpark.
Het allerbelangrijkst van een woonwijk is echter de ‘bewoonbaarheid’. Volgens Stalknecht zijn de wijkbewoners tevreden met deze wijk en functioneert de samenleving goed.

Het dorp Noordgeest omstreeks 1672; tekenaar onbekend
Het dorp Noordgeest omstreeks 1672; tekenaar onbekend
Resten van de heerlijkheid

Helaas ontbrak de tijd bij deze rondwandeling om nader op zoek te gaan naar sporen van het oude Noordgeest; aan de Halsterseweg staat nog de boerderij Cleyn Madeleen een stukje van de weg vandaan als laatste restant van het oude dorp. De afstand tot de huidige weg  is een gevolg van het rechttrekken van de Halsterseweg waarbij panden aan de (toenmalige) overkant moest verdwijnen. Daar ligt de weg nu overheen. Ook verder richting Halsteren staat een boerderij een stuk van de weg vandaan; er is nu zelfs een andere woning vóór gebouwd. En kijkt u bijvoorbeeld eens in de Scandinaviëstraat no 9, Een pand dat je pas goed als boerderij herkent aan de achterzijde vanuit de Ierlandstraat. Ook langs de Steenovenweg staat nog een aantal woningen uit de tuindersomgeving.
Met een oude kaart van bijvoorbeeld Adan uit 1747 is nog meer te ontdekken in het gebied. Deze kaart stamt uit de tijd kort vóór de Fransen de stad innamen. De schade die de stad (en inwoners) toen opliep was toen ongetwijfeld ook in de omgeving aanwezig; de in de heerlijkheid Noordgeest is hier evenmin aan ontkomen.

Vergelijkbare berichten