Als gebruikelijk kregen de vrijwilligers van de Geschiedkundige Kring weer een leerzame tegenprestatie aangeboden. Dat de kring zich kan verheugen in veel vrijwilligers (in werkgroepen, bestuur, en school) leidde er aanvankelijk toe dat de vrijwilligers zonder partner werden uitgenodigd. De bus zou anders te klein zijn, meende men. Daar bleken de vrijwilligers (of hun partners?) toch anders over te denken. Daarom werden in tweede instantie ook de partners uitgenodigd. Terecht, want zonder partnersupport zou je waarschijnlijk minder vrijwilligers hebben.
Op zaterdag 9 oktober ging de (toch nog niet geheel gevulde) bus naar Nieuwdorp bij Vlissingen voor een bezoek aan het onlangs (her)opende Bevrijdingsmuseum Zeeland dat zich specialiseert in de Slag om de Schelde.
Een strijd, die zich in onze directe omgeving heeft afgespeeld, en cruciaal was voor het welslagen van de geallieerde legers. Zonder de haven van Antwerpen zou de eindoverwinning er heel anders uit hebben kunnen zien.
Merkwaardig genoeg is de (mislukte) Slag om Arnhem (‘Een brug te ver’) veel bekender. Maar juist omdat die aanval tegen de zin van Eisenhower de voorkeur kreeg van Montgomery, werd het vrijmaken van de toegang tot de Antwerpse haven een van de zwaarste slagen uit de hele bevrijdingsoperatie. Het uit Noord-Frankrijk terugtrekkende Duitse leger kreeg daardoor de gelegenheid om in Zeeuws Vlaanderen en het tot een fort omgebouwde Walcheren te hergroeperen. Met een zware strijd en vele slachtoffers aan beide zijden als gevolg. De Canadese en Engelse begraafplaatsen aan de Ruytershoveweg zijn er getuigen van.
In het museum is veel materieel en informatie bijeen gebracht dat aan deze Slag om de Schelde herinnert. Van complete tanks, een baileybrug en een noodkerk tot aan handvuurwapens en documenten. Zelfs is een bunker uit Vlissingen naar hier overgebracht. Ook zaken van het verzet ontbreken niet. Zelfs is er een complete, originele bevrijdingspoort opgesteld. Deze werd bij de opening van het museum gebruikt door (de in Canada geboren) Prinses Margriet die over een daaronder gelegde streep van bakkersmeel stapte. Een symbolische stap, die 75 jaar eerder door haar grootmoeder, Koningin Wilhelmina werd gedaan bij haar terugkomst in Nederland. Dat was in het dorp Eede bij Aardenburg.
Een bezoek aan het museum begint met een filmcollage, waarin originele opnamen van de aanval op Walcheren, maar ook interviews met oud-strijders en inwoners zijn opgenomen. Deze film smijt je meteen in het diepe.
De entree van de tentoonstellingsruimte herinnert aan de meidagen van 1940, waarna de bezettingsjaren aan de orde komen. De bevrijdingsoperatie vanaf 6 juni 1944 (D-Day) leidt de bezoeker al snel naar de Slag om de Schelde, die in dit museum (eindelijk) groots wordt toegelicht.
De uitleg van de oprichter Kees Traats maakte het tentoongestelde nóg wat interessanter, omdat deze bijna per object, groot of klein, wist te vertellen wie het had geschonken of waar het vandaan kwam. Zo vertelde hij bij een hond met een medaille dat deze hond eigenlijk van een gehandicapte jongen was, die hem ‘uitleende’ aan het Canadese leger voor het speuren naar mijnen. Na de bevrijding bracht de militaire begeleider de hond terug, maar na een tweede bezoek bleek het dier zo verheugd over de komst van zijn militaire baasje, dat de jongen de hond teruggaf, inclusief de medaille die hij intussen gekregen had. Na de dood van de hond in Canada kwam de medaille weer terug, en ligt nu in het museum.
Bij een foto van de overgave van de Duitse commandant van Middelburg vertelde hij hoe het toeval er toe leidde dat pas sedert vijf jaren bekend is wie er naast deze commandant staat. Dat blijkt niet de ‘gelegenheidskolonel’ Johnson, maar de Canadees Knox. Dat bleek toen toevallig de twee nazaten van deze militairen naast elkaar voor deze foto stonden, en tegen elkaar zeiden dat wat de gids vertelde, niet juist was. Majoor Johnson had zich voor de gelegenheid tot kolonel bevorderd, omdat de Duitse commandant zich niet aan een subaltern officier wenste over te geven. Ook de at verbaasde uitdrukking van Knox werd duidelijk, toen de zoon vertelde dat zijn vader schrok omdat een wraakzuchtige Duitser een handgranaat wilde gooien, en toen ter plekke zou zijn neergeschoten.
Een paar revolvers bleken het bezit te zijn van de dokter die in het verzet zat; deze had gezegd dat hij nog het een en ander voor het museum had. Kort daarop overleed hij echter. De revolvers werden bij een dakreparatie uiteindelijk gevonden onder de dakpannen van zijn huis.
Kijk voor dergelijke verhalen ook eens op de website onder ‘object van de maand’.
De rondleiding door het zeer ruim opgezette museum werd mede door dergelijke verhalen een bijzondere ervaring. Kortom, wie er niet bij was miste een interessante geschiedenisles.
Gelukkig is het museum echter vaak toegankelijk. Zie voor de openingstijden de website.
Ook thuis kunt u veel over de bevrijdingsoperaties lezen, bijvoorbeeld op de website ‘Weg naar de bevrijding‘.Een site die zeer de moeite van het bezoeken waard is.